Gebedsgenezers – 10 redenen waarom ik ervan genezen ben

In mijn blog ‘Ziekte en handikap – hoe ga je er als christen mee om’ schreef ik aan het eind, dat er soms wel wonderen van lichamelijke genezing plaatsvinden op het gelovige gebed, maar meestal niet. Ik ben niet de eerste die dat zegt. Joni Eareckson-Tada, die door in ondiep water te duiken volledig verlamd raakte en nooit meer uit haar rolstoel gekomen is, zegt in een interview: “We kunnen overduidelijk zien, alleen al door een terloopse observatie, dat het niejoni-tada-earicksont de wil van God is dat iedereen wordt genezen, omdat niet iedereen is genezen. De mens kan de wil van God niet weerstaan en als het de bedoeling en de opzet van God was dat alle mensen gezonden zouden zijn, zou niets dat kunnen tegenhouden. We zouden bewijzen ervan zien in de wereld om ons heen, maar we zien dat niet. Dus is het duidelijk niet de wil van God dat iedereen genezen zal worden.” (Het interview is te vinden in Richard Mayhue, De belofte van genezing, pag. 228-241)

Gebedsgenezers beweren bijna altijd het tegenovergestelde. En ze pretenderen vaak dat ze van God de gave van genezing ontvangen hebben. Mij overtuigt het hoe langer hoe minder. Ik wil in 10 punten uitleggen waarom.

  1. Lichamelijke of psychische genezing wordt als tweede werk van onze Heer Jezus Christus aan de vergeving van onze zonden gekoppeld. Christus heeft echter geen twee pijlen op zijn Evangelie-boog die even belangrijk zijn. Als je de Bijbel goed leest, ontdek je dat genezingswonderen het gezag van Jezus om zonden te mogen en kunnen vergeven, onderstrepen. Dat laatste – ‘God heeft mijn zonden vergeven!’ – is voor mij de belangrijkste reden voor een blij en dankbaar christelijk leven.
  2. Dat onze grote God in zijn soevereiniteit ook de gevolgen van de zonde kan gebruiken om zijn Naam in en door de gelovigen groot te maken, wordt door veel gebedsgenezers niet erkend.
  3. Met de woorden die onze Heer Jezus bidt, nl. ´Laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren’ wordt totaal geen rekening gehouden, sterker nog: die woorden worden weggeredeneerd.
  4. Wanneer er geen genezing plaatsvindt of een ziekte of kwaal keert terug, ligt dat volgens gebedsgenezers in de meeste gevallen aan bestaande of teruggekeerde hindernissen. Zo worden mensen die het toch al moeilijk hebben, teruggeworpen op zichzelf en hun mate van geloof.
  5. Veel gebedsgenezers zeggen wel, dat ze niet tegen dokters zijn, maar vinden tegelijk, dat je die hele medische gang niet had hoeven maken als je meteen in geloof tot God was gaan bidden. Ook christenen die aan bevrijdingspastoraat doen vinden vaak dat psychische kwalen eerder met demonische belasting te maken hebben dan dat het een ziektebeeld is, en dat gebed en uitdrijving dus belangrijker zijn dan medicijnen en therapieën.
  6. Wanneer iemand niet geneest tijdens een samenkomst, weten gebedsgenezers vaak niet meer te zeggen, dan dat wanneer iemand écht gelooft, ze er niet verbaasd van zullen staan te kijken als diegene op een dag opbelt met de mededeling: ´De Heer heeft mij toch genezen!´
  7. Gebedsgenezers laten alle mensen tot zich komen, zoals ook Jezus en de apostelen dat deden. Maar Jezus genas ook werkelijk allen, evenals de apostelen die onder speciale leiding van de Heilige Geest stonden. Doordat gebedsgenezers iedereen op dezelfde manier toespreken (meer bevelend dan biddend trouwens) wekken ze de suggestie, dat ook iedereen genezen wordt. Dat gebeurt nooit. Dus zelfs al zouden alle gebedsgenezers de gave van genezing hebben, dan is het nog steeds onjuist om daar een bediening van genezing van te maken. Want de vrijmacht van de Heer om door iemands hand sommigen te genezen mag je niet zomaar tot een volmacht maken om álle mensen te kunnen genezen. Daarmee plaatsen gebedsgenezers zich als instrument van God op een te hoge plaats. Zozeer zelfs, dat sommigen (Jan Zijlstra bv.) met een beroep op Petrus en Paulus zweetdoekjes opsturen naar zieken die niet bij hem kunnen komen.
  8. Ik hoor gebedsgenezers bijna nooit uitleggen waarom in het Nieuwe Testament veel christenen wél ziek blijven of níet genezen worden. Paulus heeft een doorn in het vlees en had met ziekte te kampen toen hij bij de Galaten kwam. Trofimus bleef tijdens een zendingsreis ziek in Milete achter. Epafras was zo ziek dat men voor zijn leven vreesde. Timoteüs krijgt het advies om regelmatig wat wijn te drinken voor z´n maag- en darmklachten.
  9. Het valt mij op, dat ook uit evangelische hoek veel mensen het podium opkomen tijdens massale gebedsgenezingsdiensten. Dat verbaast mij, want in die kringen heeft gebedsgenezing een prominente plaats in het gemeenteleven. Dus waarom moet je het dan nog hogerop zoeken als het gebed en de zalving door de oudsten van de gemeente niet geholpen heeft? Waar is de gelovige aanvaarding als duidelijk wordt dat de Heer een andere weg met zijn kinderen voor heeft? Omgekeerd wordt er volgens mij in onze eigen-gereformeerde kring veel te weinig gebeden met zieken om genezing, kracht en vertrouwen. Dan komt de medische of therapeutische behandeling los te staan van het geloof dat de Heer in alle omstandigheden nabij en erbij is. Die eenzijdigheid is er naar mijn mening een belangrijke oorzaak van, dat veel gelovigen hun heil net zo eenzijdig bij gebedsgenezers zoeken, waarbij de medische en psychologische behandelaars hooguit als aanvullend worden beschouwd – wat volgens mij de wereld op z’n kop is
  10. Ik ontken niet dat er ook nu nog genezingen in Jezus´ Naam plaatsvinden. Ik ben er zelf getuige van geweest. Dank de Heer daarvoor! Maar ik mis bij veel gebedsgenezers de gelovige erkenning dat Gods wegen vaak anders gaan dan onze wensen. Blijkbaar geldt dat bij hen voor lichamelijke ziekten niet: die wil de HERE op het geloof allemaal genezen. Daarmee worden mensen teruggeworpen op de mate van hun geloof in plaats van Gods trouw en liefde. Dat lijkt me nogal riskant, want geloven gaat altijd met vallen en opstaan. Ik geloof niet dat God zo werkt. Zijn mate van genade is niet afhankelijk van onze mate van geloof. Dus moet je mensen ook niet in de waan brengen, dat ze, als ze alle hindernissen opruimen, van God lichamelijke genezing zullen ontvangen. Joni Eareckson-Tada verloor bijna haar geloof door de voortdurende druk op haar om te geloven dat God haar echt wilde genezen.

Op grond van deze tien punten geloof ik niet dat Jezus Christus van mij vraagt om in geval van ziekte mijn genezing bij iemand te zoeken die in Nederland of waar ook ter wereld (sommige christen reizen er echt voor naar Afrika, Amerika of Azië – hoe triest!) massale genezingsdiensten belegt.

Als je christen bent, geeft Jezus je daarvoor de plaatselijke gemeente. Daar is Hij met zijn Woord en Geest aanwezig. Daar geeft Hij je oudsten die met je kunnen bidden. Daar krijg je van Hem de kring van broeders en zuster om je heen om je bij te staan. En als genezing dan uitblijft, lijkt het mij niet de juiste weg om vervolgens naar elke persoon toe te gaan die zegt: ‘Ik heb van de Heer de gave van de genezing gekregen, dus kom bij mij in Jezus naam.’ Een goede kennis van mij vond dat net iets te veel lijken op de waarschuwing van Jezus dat er een tijd zal komen, dat je regelmatig zult horen : “Zie, hier is de Christus. Zie, Hij is daar.” Ze vond dat met al die aandacht voor wonderen en tekenen Gods kinderen juist wel eens misleid en verleid zouden kunnen worden. Ze kon wel eens gelijk hebben. Blijkbaar kunnen ook christenen in deze eeuw van welvaart, waarin de medische zorg nog nooit zo hoog en goed geweest is, maar slecht omgaan met chronische ziekte en blijvende handicap. Blijkbaar zijn ook wij als christenen nogal beïnvloed door de leus ‘I want it here, I want ik now’.

Voor wie via YouTube nog wat informatie over de bekende Nederlandse gebedsgenezer Jan Zijlstra wil zien:
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1129041 (EO/NCRV Netwerk over Jan Zijlstra)
http://www.youtube.com/watch?v=B3jIYzdusW8 (Volkskrant over Jan Zijlstra)
http://www.youtube.com/watch?v=rLAInidPjXU (Genezingsdienst Jan Zijlstra in Zwolle)

3 thoughts on “Gebedsgenezers – 10 redenen waarom ik ervan genezen ben

  1. Beste Ernst,

    Uw tien punten hebben wel wat, het is bijna zoals Luther die zijn stellingen op zijn kerkdeur spijkerde om zijn ongenoegen over de aflaten en vele andere zaken die in de kerk niet klopte aan te klagen.
    En ik volg je in vele zaken, waarom moet een gelovige op bedevaart gaan om genezen te worden? De bijbel zegt de oudsten te roepen, zonden te belijden en te bidden voor genezing, en als het niet gebeurt? Tja, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en wie zijn wij om de Here ter verantwoording te roepen?.
    Wat een ander doet en gelooft en predikt, daar kan ik me niet meer druk om maken, omdat er altijd wel iemand zal zijn die heel scherp en heel kwetsend kan zijn tegenover anderen.
    Ik herinner me het boek, Het domein van de Slang, geschreven door Ouweneel. Achteraf heeft hij de inhoud van dit boek herroepen, maar ondertussen wordt het nog steeds verkocht en blijft het zijn invloed hebben op het evangelie dat in verschillende facetten beleden wordt.
    De verantwoordelijkheid van deze mensen moeten zij zelf dragen en ik bid de Here dat ze zulke mensen ook genadig wil zijn. Wat Zijlstra doet en niet doet, dat doet ik hoop ik uit geloof, wie ben ik omdat te beoordelen? Ikzelf zal nooit iemand die is ziek is naar zulke manifestaties doorverwijzen, want ook al kan het zijn dat bepaalde mensen claimen een gave te hebben, wij hebben tot slot van alle rekeningen, dezelfde Geest en misschien niet de hoeveelheid hetzelfde geloof, maar met de wetenschap dat op basis van een gelovig gebed kan een zieke genezen worden. En waarom zou ik dan niet voor die zieke bidden?
    Ikzelf heb ook genezing zelf meegemaakt, maar ben ook geopereerd aan een hersengezwel en ben chronisch ziek. Ik bid maar heel weinig voor mijn genezing, want ik bid liever voor mijn buren, de mevrouw aan de kassa in de supermarkt, en de mijnheer achter het loket in het postkantoor. En voor hen wil ik liever blijven bidden, want ik weet dat als de Here terugkom ik bij Hem zal zijn, maar ik wil niet het verwijt van deze mensen in hun ogen zien met de vraag waarom ik het hen nooit echt verteld heb.
    Mijn bewogenheid gaat niet naar de prosperity van mijn welzijn en ‘leven’, maar wel naar de mensen in mijn buurt die Hem niet kennen, of enkel kennen vanuit verhalen die niet eens kloppen met de realiteit.
    De prosperity gedachte binnen het christendom is volgens mij de reden waarom mensen de zalen vullen van deze profeten. Het is hetzelfde als de derde golf, enkel jaren geleden, de Toronto blessings, waarbij mensen vielen en als gehandicapten zich bewogen in de zaal. Allemaal uitingen van de Geest werd er gezegd, terwijl mensen die niet vielen of zich niet als een gehandicapte gedroeg, geen zegening had ontvangen. Wie gaat er nu naar zo’n samenkomst als je niet gezegend wordt? Dus, aangeraakt of niet, iedereen doet mee.
    Dit is inderdaad volgens mij een randverschijnsel binnen het evangelie, maar wie ben ik om hierin de onschuldige en de schuldige aan te wijzen en of te duiden? Wie ben ik om hier theologisch een spervuur van twijfel te storten, zie dat ik een onschuldige, pas gelovige hiermee laat afdwalen. Toch jammer dat dit zou gebeuren. Het enige wat ik wel kan doen is juist vanuit mijn gedrag en mijn spreken, mensen waarschuwen, zoals ik nu doe. Niet op de man, niet op specifiek, maar algemeen enkel de gevaren van zulke randverschijnsels te duiden, waardoor de mens zichzelf kan spiegelen met wat ik zeg en met wat die doet en gelooft en hopelijk zijn hart openzet voor wat de Here hem zegt.
    Ik weet niet of wat je doet goed of slecht is, maar ik voel telkens weer de ‘afkeer’ en dat is voor mij een vorm van minachting voor mijn gevoel, en daarom ook dat ik reageer.
    De vraag die ik me stel is of de Here zelfs in ongehoorzaamheid de mens niet blijft zegenen?
    Als ik denk aan Paulus die driemaal door de Geest wordt verwittigd dat die niet naar Jeruzalem mag gaan en tot driemaal toe wordt verboden om te gaan en toch gaat, dan denk ik dat als de Here zegt om niet te gaan, dat hiervoor wel een reden is. De Here is wel bij Paulus gebleven en heeft hem blijvend beschermd, maar hierdoor is misschien wel het evangelie geschaad. Want misschien had Paulus veel meer inzetbaar geweest en veel meer kerken en gemeenten kunnen stichten, maar het was Paulus zelf die besloot om naar Jeruzalem te gaan.
    We zullen het nooit weten hier op deze aarde, misschien later wel, ik hoop van niet.
    Ook de ruzie tussen Silas en Paulus zijn feiten die gebeuren, zaken waarover wij nu boeken vol kunnen schrijven en blogs. Het aanklagen van de ruzie, van de wijze waarop Paulus met de joden omgaat enz .. Zie maar hoe hij Petrus aanpakt, allemaal zaken die gebeuren, maar waar volgens geen verdere levenslessen uit te puren zijn. Wij weten dat allemaal omdat Paulus dit heeft geschreven in zijn brieven, wat hij niet heeft geschreven weten wij ook niet.
    Ach, ik stel me echt de vraag of het nu nog nodig is om de stellingen van ons geloof aan de kerkdeur te hangen, zoals wij nu ook niet meer deur aan deur kunnen gaan of in het midden van het stadsplein kunnen staan roepen en zingen, alles heeft zijn tijd. Misschien moeten wij het positieve van het evangelie blijven vertellen, zoals in de brief van Petrus, waarin Petrus schrijft dat als al die dingen bij u aanwezig zijn, ze je niet zonder kennis en werk voor onze Here laat, maar bij wie ze niet zijn, die is verblind en is zijn vergeving van zonden vergeten.
    Ik stel me echt de vraag, heb ik een overvloed van werk en kennis van de Here? Zijn die deugden bij mij aanwezig? En heb ik de liefde jegens mijn broeders en allen wel degelijk in mijn leven? Mijn spiegeling is mijn motivatie om te graven naar dat diepe ongrijpbare, dat waar vele auteurs zoals Spurgeon en Watchman nee of Hudson Taylor enz.. ook naar op zoek waren en hierover ook schreven.
    De uitdaging is juist om onze broodjes en visjes zo te delen dat er nog heel wat overschot is nadat wij hebben uitgedeeld.
    Het gaat je goed.
    .

  2. Ik heb moeite met de manier waarop de praktijk van ‘gebedsgenezers’, het onderwerp ‘genezing’ en bijbelse gegevens hier door elkaar worden gebruikt. Er is grote diversiteit onder de mensen die om genezing bidden en er is altijd wel een voorbeeld van ‘hoe het niet moet’ te vinden. Hetzelfde geldt voor predikers, maar ik neem aan dat u dat feit niet zult gebruiken om ‘genezen’ te worden van predikers.

    Kortom, ik vind de insteek ‘genezen van gebedsgenezers’ een voorbeeld van een zaak aan de hand van randverschijnselen te beoordelen en niet ten gronde. Ik zou opteren voor een degelijk onderzoek naar het onderwerp in de Schrift en dan de praktijk daaraan toetsen.

    Ik mis hier juist die degelijke bijbelse onderbouwing. Het artikel is vooral gebaseerd op negatieve voorbeelden uit de praktijk en een paar bijeengesprokkelde bijbelteksten om een vooringenomen standpunt te steunen. Wat opvalt is dat alleen negatieve praktijkvoorbeelden worden genoemd en geen positieve. Zijn die er niet, of is het de bedoeling een zo negatief mogelijk beeld te schetsen?

    In punt 3 worden Jezus’ woorden uit Gethsemane aangehaald: “Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”. Echter, deze woorden gaan niet over ziekte of genezing, maar over het gaan naar het kruis. Ik zie niet in welke exegese er ooit toe zou kunnen leiden, dat dit iets zou duidelijk maken over de vraag of God geneest op gebed. Natuurlijk is het de bedoeling dat Gods wil gebeurt in iedere situatie – dus ook bij ziekte. In het Onze Vader leert Jezus ons ook dit te bidden, in de grondtekst zelfs met een imperatief: “Uw wil MOET geschieden”. Dat gezegd hebben, zeggen deze versie niets over wat de wil van God dan wel is. Ja, Gods wil moet geschieden, maar uit dat enkele feit kunnen we niet opmaken OF genezing door gebed Zijn wil is. Daarvoor is verdere studie nodig. Het aangehaalde voorbeeld gaat over de wil van de Vader met betrekking tot het kruis. Daaruit concluderen, of God al dan niet op gebed wil genezen, een is de bijbel laten buikspreken.

    Er is nog iets anders aan de hand met deze aanhaling. Als het om genezing gaat, wordt de tekst meestal (en blijkbaar ook hier) aangehaald om duidelijk te maken dat we niet weten wat Gods wil is en dat we daarom moeten bidden wat Gods wil is, moet gebeuren. Het is dan een gebed vanuit onzekerheid. Bij Jezus was het precies omgekeerd. Hij wist precies wat Gods wil was, maar Hij voerde een enorm zware strijd. Door Zijn menselijke natuur voelde Hij weerstand tegen wat komen ging, maar Hij wist wat de wil van de Vader was en Hij onderwierp zich daaraan. Die situatie heeft totaal niets met genezing van ziekte te maken. Het gaat dus niet om onduidelijkheid over de wil van God, of ergens voor bidden, waarbij in het midden wordt gelaten wat Gods wil zou kunnen zijn.

    In punt 8 wordt de bekende ‘doorn in het vlees’ van Paulus aangehaald. Uit de context blijkt duidelijk, dat dat in ieder geval om vervolging gaat. Er staat niets over ziekte. Dat is eigen invulling. Ik begrijp niet, waarom deze tekst altijd met grote stelligheid tegen het bidden om genezing wordt gebruikt. Waarschijnlijk weet niemand iets sterkers te vinden. Veelzeggend.

    De uitleg van deze gedeelten staat ook in schril contrast met het groot aantal wonderen dat volgens Handelingen onder de handen van Paulus en de andere apostelen gebeurde. Feitelijk zet de u de briefschrijver Paulus in om de praktijk van de apostel Paulus in Handelingen te bestrijden. En ja, hij liet wel eens iemand ziek achter en hij suggereert een probleem met zijn ogen. Ook bij de apostelen werd dus niet iedereen altijd genezen, maar wie denkt dat ze daarom niet het bidden om genezing praktiseerden, moet Handelingen nog maar eens goed doorlezen.

    Wie de evangeliën leest, leest over heel veel genezingswonderen en in Handelingen gaat dat door. Uit vroeg christelijke geschriften weten we dat het ook daarna nog volop door ging (b.v. Justinus). Cessationisme is een poging wonderen weg te verklaren, maar de bijbel biedt daar geen basis voor. Gelukkig gaat u ook niet voor een absoluut cessationisme.

    Ik ken vele voorbeelden van genezingen in deze tijd. Ik bid voor zieken, maar doe geen loze beloften. Ik weet dat er vaak geen genezing plaats vindt en maak dat ook duidelijk. De vraag waarom wonderen vaak niet gebeuren, is hier naast de kwestie en ik ben de eerste om toe te geven dat we het vaak gewoon niet weten. Ik zal nooit een zieke verwijten niet genoeg geloof te hebben. De enige keer dat Jezus het uitblijven van genezing toeschreef aan ongeloof, ging het om het ongeloof van de discipelen, niet van de zieke. Dat noopt tot bescheidenheid bij iedereen die wel eens voor een zieke bidt.

    Inderdaad, niet iedereen geneest en ‘gebedsgenezers’ (wat een woord, bidden om genezing hoort gewoon bij christenen) maken fouten, geven vaak verkeerde antwoorden, beloven meer dan er gebeurt, enzovoort. Ik zou mezelf nooit ‘gebedsgenezer’ noemen. Ik ben gewoon een christen die gelooft dat God geneest. Er staat in Jes. 53 echt ‘Door Zijn striemen is ons genezing geworden’. Natuurlijk is de verzoening belangrijker, maar verreweg de meeste evangelische/charismatische predikers van genezing zeggen hetzelfde. Alleen bij extreme Word of Faith predikers hoor je nog het wel eens anders.

    Predikers die zich met genezing bezig houden (meestal evangelisch/charismatisch/pinksteren) krijgen vanuit Protestantse hoek vaak het verwijt dat wat ze doen weinig theologisch onderbouwd is. Wat mij opvalt is dat dit zeker ook opgaat voor de meeste kritiek – ook in deze blog: een wat slordig, eclectisch tekstgebruik, eigen invulling (eisegese) en kritiek gebaseerd op de praktijk, in plaats van het Woord van God. Of de boodschap van genezing waar is, hangt niet af van het aantal mensen dat we genezen zien worden, maar van wat de Schrift bedoelt te zeggen. Als er in de praktijk weinig mensen tot geloof komen, zeggen we ook niet dat we maar met de prediking van het evangelie moeten stoppen. Het gaat om wat de Schrift zegt. Daar moet de theologie vandaan komen, niet vanuit teleurstelling (of enthousiasme) over de praktijk.

Plaats een reactie